A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Aardewerk: poreus object van klei, gebakken met een temperatuur van tussen de 700° en 900°, kan geglazuurd worden
Abstract: stijl van werken waarbij niet zichtbare werkelijkheid wordt afgebeeld , maar begrippen als kleur, vorm en compositie het uitgangspunt zijn; geen herkenbare voorstelling
Abstraheren: de figuratieve of realistisch herkenbare onderwerpen zodanig stileren dat ze minder herkenbaar zijn
Acrylverf(acryl): synthetische, sneldrogende verfsoort waarbij het pigment gebonden is met acrylhars
Aquarel: werk geschilderd met aquarelverf
Aquarelverf: transparante verf die bestaat uit pigment, water en als bindmiddel Arabische gom
Aquatint: manier om toonvlakken aan te brengen in een ets; het zuur bijt kleine gaatjes rondom korreltjes hars of suiker die zijn aangebracht op de etsplaat
Architectuur: verzamelnaam voor alles wat gebouwd is
Atmosferisch perspectief: vorm van ruimtesuggestie door vervaging van vorm, kleur en/of textuur
Beeldhouwkunst: letterlijk het houwen uit bijvoorbeeld steen of hout, meestal gebruikt als verzamelnaam voor beelden
Betekenis: de inhoud, datgene wat de maker wil vertellen
Brons : legering van koper en tin
Canvas: sterke kwaliteit schilderslinnen
Collage: het scheuren of knippen van papier of andere materialen en deze elementen vervolgens op de drager (een plat vlak)plakken
Compositie: manier waarop de kunstenaar de verschillende beeldelementen in zijn of haar werk rangschikt. Rangschikking van vormen, vlakken, lijnen, kleur
Conté: in hoekige staaf geperst krijt in wit, zwart, rood en sepia
Contrast: tegenstelling bv.:licht-donker, rond-hoekig, lijn-vlak
Decoratie: versiering
Diagonaal: lijn die in een rechthoek twee tegenover elkaar liggende hoeken met elkaar verbindt; met een schuine richting
Diepdruk: verzamelnaam voor die druktechnieken waarbij de afbeelding verdiept in de plaat ligt, bijvoorbeeld een ets of gravure
Drogenaald(ets): etstechniek waarbij direct op de plaats gekrast wordt met een scherpe naald of diamant; de krassen hebben een braam , waardoor de afgedrukte lijnen nooit helemaal strak zijn
Ecoline: gekleurde inkt
Email: glasachtige massa die zich na verhitting hecht op de ondergrond, bijvoorbeeld metaal
En face: van voren gezien
En profil: van de zijkant gezien
Etsen: grafisch techniek waarbij de voorstelling in een metalen plaat is gekrast (dieptedruktechniek)
Expressie: uitdrukking
Expressief/Expressionistisch: een wat snelle, grove manier van werken, waarbij de kunstenaar zijn emoties verbeeld
Exterieur: de buitenkant van een gebouw
Figuratief: stijl waarin herkenbare, realistische elementen worden gebruikt, in tegenstelling tot abstract; met een herkenbare voorstelling (die wel 'vertekend' kan zijn of gestileerd)
Fixeren: manier om een tekening gemaakt in houtskool, krijt of een ander makkelijk vlekkend materiaal minder veeggevoelig te maken door het te bespuiten met een lakoplossing(fixatief)
Functie: doel, bestemming
Geometrisch: een stijl van werken gericht op abstracte lineaire motieven (lijnen, vierkanten, rechthoeken, cirkels, driehoeken); ook wel: concreet of geometrisch abstract
Geometrische vorm: met passer en liniaal te maken,/na te meten
Giethars: kunsthars die op doek of paneel gegoten kan worden, of waar objecten van gegoten worden
Glas: materiaal dat ontstaat door het samensmelten van (zilver)zand, kalk en soda bij een temperatuur van 1300-1500 °C; de meest gebruikte methoden om glazen objecten te vervaardigen zijn blazen of persen
Glas-in-lood: verschillende stukken glas aan elkaar bevestigd door middel van lood
Gouache: verfsoort op waterbasis, die door middel van vulstoffen dekkend is gemaakt; ook wel: plakkaatverf; een tekening met gouache wordt ook een gouache genoemd
Grafiek: gedrukt werk in oplage; ook wel: prent(kunst)
Grafische technieken: etsen, zeefdruk, houtdruk, steendruk, lithografie
Harmonie: wanneer alle onderdelen in evenwicht zijn
Hoogdruk: verzamelnaam voor druktechnieken waarbij de te drukken afbeelding als een stempel overeind blijft; bijvoorbeeld bij een houtsnede
Horizon: grens tussen aarde en hemel; in een tekening is de horizontale lijn op ooghoogte
Houtgravure: vorm van hoogdruk, waarbij in de kopse kant van een hardhouten blok wordt gesneden; gedetailleerde tekening mogelijk; ook wel: xylografie
Houtskool: verkoold hout dat een diepzwarte lijn geeft en vaak gebruikt wordt voor een ruwe tekening of schets
Houtsnede: vorm van hoogdruk
Idealiseren: het mooier maken dan het in werkelijkheid is
Impressionisme: stroming in de tweede helft van de 19e eeuw; kunstenaars schilderen wat ze waarnemen, niet wat ze over het onderwerp weten
Impressionistisch: stijl van werken waarbij de afbeelding in een losse toets is weergegeven en niet zozeer de werkelijkheid verbeeldt, maar een tijdsgebonden persoonlijke beleving van de kunstenaar
Industriële vormgeving: vormgeving die machinaal tot stand komt, waardoor massaproductie mogelijk is; van invloed zijn o.a.: functie, techniek, gebruiker
Inhoud: waar het kunstwerk over gaat
Installatie: werk bestaand uit meerdere samenhangende elementen in een ruimte, vaak fysiek toegankelijk
Interieur: de binnenkant van een gebouw
Keramiek: objecten vervaardigd uit klei die, afhankelijk van de grondstof (kleur, structuur) en het bakproces (duur, temperatuur) aardewerk, porselein of steengoed genoemd worden; potten, vazen en schalen van aardewerk, waarvan de wanden niet dikker zijn dan 1 cm
Kleuren:
-warme kleuren= de roden, oranjes, gelen
-koele kleuren= de blauwen, groenen, paars
-aardkleuren= oker, sienna en bruinen
Koud-warm contrast: tegenstelling tussen koude en warme kleuren; het koud/warm contrast is belangrijk bij ruimte suggestie en de suggestie van plasticiteit: - warme kleuren lijken naar voren te komen, -koele kleuren wijken
Kunsthars: een synthetisch product (polymeer) waarvan (transparante) objecten gegoten kunnen worden
Lay-out: ontwerp, meestal voor drukwerk
Lijnvoering: manier waarop de lijnen in een tekening zijn gebruikt
Litho: steendruk; een druktechniek, waarmee een grote oplage gemaakt kan worden
Litho(grafie): vorm van een vlakdruk, waarbij een afdruk wordt gemaakt van een steen waarop met inkt of krijt een voorstelling is aangebracht; ook wel steendruk
Logo: beeldmerk
Magisch realistisch: manier om een gefantaseerde voorstelling zo natuurgetrouw weer te geven dat het waar gebeurd lijkt
Mezzotint: vorm van vlakdruk, waarbij de drukplaat met een wieltje met tandjes bewerkt wordt, zodat een ruw oppervlak ontstaat, uiteindelijk in de prent zichtbaar als grijstint
Minimalisme/ minimalistisch: stijl van werken waarbij de persoonlijke expressie op de achtergrond staat en het werk draait om aspecten als geometrische vormen, ritme en eventueel kleur; vaak is de compositie eenvoudig
Monoprint: eenmalige afdruk
Monotype: eenmalige 'stempelafdruk' van een met verf of inkt op een metalen of glazen aangebrachte afbeelding
Motief: onderwerp dat in een kunstwerk wordt uitgewerkt
Multiples: klein drie-dimensionaal werk in oplage
Olieverf: verfsoort waarbij het pigment gebonden is met (lijn)olie; olieverf droogt erg langzaam (heel dun aangebracht is de droogtijd nog minstens een week) waardoor kleurnuances in elkaar kunnen overvloeien; kan dekkend, maar ook transparant aangebracht worden; gemengd met siccatief droogt olieverf sneller
Oost-Indische inkt: zwarte inkt bestaande uit roet, gom en water, die na droging watervast en lichtecht is
Oplage: het aantal bij één druk gemaakte exemplaren van een werk; hoe groot de oplage bij grafische kunst is kun je zien: 3/10 betekent: dit is de derde druk van een oplage van 10
Organische vorm: gegroeid, sierlijk, gebogen
Overlapping: manier van ruimtesuggestie; gedeelten van vormen zijn niet te zien omdat er andere vormen voor staan
Paneel: ondergrond voor een schilderij, bijvoorbeeld van hout of kunststof, waarop men schildert
Papier-maché: massa van papier, lijm, krijt of gisp; in elke gewenste vorm te kneden; hard aan de lucht
Pastel(krijt): een tekenkrijt bestaande uit pigment, gom en pijpaarde (een kalkachtige klei); de toevoeging van de pijpaarde geeft de pastelkleuren een zachte tint; pastel blijft als het ware 'op' het papier liggen en dient gefixeerd te worden
Patina: een manier om een hoogglanzend bronzen beeld na het gieten een andere kleur of toon te geven; patina ontstaat ook vanzelf als een bronzen beeld langere tijd buiten staat en verweert
Penseelstreek: de manier waarop de verf is aangebracht
Perspectief: een manier van tekenen en schilderen waarbij het lijkt alsof er diepte in de tekening of het schilderij zit
Piezoprint: digitale print gemaakt via een inkjettechniek
Pigment: kleurstof.
Plasticiteit: driedimensionaliteit suggererend op een plat vlak
Plastiek: een beeld vervaardigd uit zachte materialen, zoals bijvoorbeeld klei of gips
Porselein: keramisch materiaal gebakken op 1300-1500 °C, in tegenstelling tot aardewerk niet poreus
Poseren: voor een kunstenaar zitten, liggen of staan om zich te laten portretteren
Prent: afdruk van een gegraveerde, gesneden of geëtste plaat
Primaire kleuren: rood – geel – blauw
Realisme: vormen van kunst die de werkelijkheid zo precies mogelijk weergeven; altijd figuratief
Realistisch: stijl van werken waarbij de realiteit uitgangspunt is; ook wel: naturalistisch
Reliëf: een plat kunstwerk dat een tastbare dieptewerking heeft; bevindt zich tussen schilderij en object ( driedimensionaal werk, waarbij de vormen aan een vlak vastzitten en/of er uitsteken)
Repoussoir: grote, meestal donkere vorm op de voorgrond van een schilderij of tekening; vergroot de diepte
Ruimte/suggestie: de indruk van ruimte; het lijkt of er diepte is terwijl de afbeelding plat is (zie ook perspectief)
Sculptuur: beeldhouwwerk
Sepia: verdunde inktvisinkt, bruingrijs van toon
Schilderij: werk gemaakt van verf en eventueel andere materialen, meestal op doek of paneel
Sculptuur: werk gesneden of gehouwen uit steen of hout
Sienna: rood/bruine kleur
Signatuur: naam of initialen door de kunstenaar op het kunstwerk geplaatst na afronding
Signeren: met zijn/haar naam ondertekenen
Sjabloon: uitgeknipte/uitgesneden vorm
Staat: elk van de opeenvolgende stadia waarin de prent wordt gedrukt, eventueel kan de kunstenaar na zo'n proefdruk de voorstelling aanpassen; elke aanpassing krijgt een nummer: eerste staat, tweede staat, etc.
Standpunt: punt van waaruit iets bekeken is
Stijl: bepaalde manier van vormgeven
Stilleven: verzameling van bewegingloze dingen, planten of dieren, meestal opzettelijk in een bepaalde compositie geplaatst
Stilleren: vereenvoudigen van een vorm
Suggestie: op een plat vlak zó schilderen of tekenen dat men de indruk krijgt dat de voorstelling echt aanwezig is
Surrealisme: stroming in de 20e eeuw, die het onderbewuste probeert weer te geven en werkelijkheid, droom en fantasie mengt
Surrealistisch: realistische manier van werken waarbij het afgebeelde onderwerp in de werkelijkheid niet zou kunnen bestaan; vaak gebaseerd op het onbewuste, zoals associaties, hallucinaties en dromen
Symbolisch: het kunstwerk betekent meer of wat anders dan wat er is te zien
Tempera: een matte, dekkende, sneldrogende verfsoort waarbij het pigment is gebonden met kaasstof (caseïnetempera) of eiwit of eigeel (eitempera)
Textuur: oppervlak van een stof, een schilderij, een verfhuid
Toets: wijze waarop de verf op het doek is gezet
Tweeluik: een werk bestaand uit twee delen, meestal twee schilderijen
Verdwijnpunt: in het lijn-perspectief het punt op de horizon waar twee lijnen bij elkaar komen
Vernis: oplossing van hars die over een schilderij kan worden aangebracht om het te beschermen tegen vuil
Vluchtlijn: lijn die naar het verdwijnpunt loopt
Vogelvluchtperspectief: vanuit een zeer hoog standpunt gezien
Wassen: het bewerken van een tekening met sterk verdunde Oost-Indische inkt, vaak om schaduwpartijen weer te geven
Zeefdruk: vlakdruktechniek (grafisch), waarbij via een zeef (druk)inkt op een vel papier wordt aangebracht
Zelfportret: portret dat de kunstenaar maakt van zichzelf